In mijn TU bestaan heb ik me veel beziggehouden met het verbranden en vergassen van biomassa voor het opwekken van electriciteit en warmte: duurzame energieopwekking dus.
Het is erg jammer dat deze biomassa toepassing helemaal overschaduwd is door een andere, totaal verschillende, toepassing van biomassa: het gebruik van voedingsgewassen zoals mais, palmolie en soja voor het produceren van vloeibare brandstoffen voor auto’s.
Het grote publiek (en dat niet alleen) gooit beide toepassingen onterecht op een hoop en schrijft de nadelen van de tweede toepassing (niet of nauwelijks CO2 besparing, nadelige effecten op de voedselproductie) ook toe aan de eerstgenoemde toepassing van biomassa.
Daarom doet het mij deugd dat in het rapport van het innovatieplatform over duurzame energie in Nederland, het volgende wordt gezegd over verbranding en vergassing van biomassa:
Daarbij moet echter worden opgemerkt dat, alhoewel het geen specifiek beoogde technologie betreft, het wel een belangrijk (transitie-) element vormt voor het op gang brengen van de bioketen. Bovendien zal deze optie in de aanloop naar 2020 een belangrijke bijdrage moeten leveren aan het behalen van de CO2 doelstellingen en vormt het daarmee een belangrijke economische activiteit
De aanbevelingen zoals meer focus en samenhang in R&D en het opzetten van een grootschalig demonstratieproject klinken erg bekend. Het is te hopen dat er deze keer meer van terecht komt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten